Spelregels & Seinen
By Rjust
In de loop der jaren is het klaverjassen toch veranderd.
Vooral het seinen, en speelwijze.
Het is niet altijd verstandig de boer te spelen.
Denk aan kleintje Boer en kleintje Nel.
We hebben dit beschreven voor u.
Klik hier voor een PDF document die u kunt
uitprinten.
Lees dit eens door en gebruik dit in de praktijk.
Veel kaartplezier
Marja en Ruud
Competitie en wedstrijd reglement klaverjassen systeem Rotterdams.
Spelregels voor het klaverjassen op de speeltafel
De gever schudt de kaarten minimaal drie maal.
De tegenpartij is verplicht of de gever neemt af.
Hierbij dient men minimaal vijf kaarten van de stapel te nemen.
Het delen van de kaarten geschiedt in de volgorde 3-2-3.
De gever is de eerste speler.
Hij mag slechts mededelen “ik speel” of “ik pas” . bij ik speel dient de troef
aan de mededeling te worden toegevoegd. Herstel is niet mogelijk!!.
Wanneer de gever past, dan moet de speler links van de gever mededeling doen of hij
speelt of past. Past ook de tweede speler, dan is de beurt aan de derde speler. Past
ook de derde speler, dan is tenslotte de vierde speler aan de beurt.
Wanneer alle spelers gepast hebben is de gever verplicht tot spelen.
Hij moet dit dan doen met de vermelding van de troef.
In alle gevallen komt de speler links van de gever als eerste uit.
Indien iemand voor zijn/haar beurt uitkomt of een kaart te vroeg speelt is dit
een strafkaart.
Roem wordt geschreven als de volgende samenstelling op tafel ligt:
- 3 opeenvolgende kaarten van dezelfde figuur 20 roem
- Heer + vrouw van de troef (stuk) 20 roem
- Aas + heer + vrouw van de troef 40 roem
- Heer + vrouw + boer van de troef 40 roem
- 4 opeenvolgende kaarten van dezelfde figuur 50 roem
- Tien + boer + vrouw + heer van de troef 70 roem
- Boer + vrouw + heer + aas van de troef 70 roem
- 4 gelijke kaarten ( van zeven t/m aas ) 100 roem
Beetgaan (nat) is voor de tegenpartij 162 punten + de door beide
partijen gemaakte roem.
Roem moet worden gemeld voordat de slag, waarin deze is gevallen, is gedekt.
Ook de tegenpartij is bevoegd roem te melden.
Het noteren van de gemaakte roem geschiedt in cijfers en niet in tekens.
Een mars c.q. pit c.q. pan is 162 punten + de gemaakte roem + 100 bonuspunten.
Een zogenaamde “tegenpit”is gewoon nat (beet).
Verzaken is voor de tegenpartij (dus beide spelers) 162 punten + 100 strafpunten
en de door beide partijen, tot het moment van verzaken, gemaakte roem.
De verzakende partij (dus beide spelers) krijgen nul punten.
Straf en bonuspunten dient men bij de roem te schrijven.
Bij het constateren van het verzaken, voordat de slag gedekt is, is herstel mogelijk.
Maar wordt de getoonde kaart een strafkaart, die open op tafel moet blijven liggen.
Wanneer de gestrafte speler aan de beurt is om een kaart bij te spelen moet de
speler links van de strafkaart zeggen of de strafkaart al of niet bijgespeeld
moet worden.
Als het bij spelen een eventuele verzaking tot gevolg zou hebben, dan mag de
strafkaart niet worden bijgespeeld.
Een slag welke gedekt is, mag niet meer worden ingezien.
Men is verplicht het gehele spel uit te spelen, uitgezonderd bij verzaken.
Wanneer OVERDUIDELIJK AANTOONBAAR een speler een kaart op de grond of in
het stapeltje doet verdwijnen, en één kaart tekort komt, dan kan de tegenpartij deze
speler straffen (zie verzaken).
Verder rekenen wij erop dat sportiviteit op de eerste plaats staat.
Ieder is verantwoordelijk dat hij/zij zijn acht kaarten heeft voor het spel begint.
Iedere deelnemer aan dit toernooi of kampioenschap is verplicht zich aan dit
wedstrijd reglement te houden.
Bij eventuele moeilijkheden dient direct de wedstrijdleiding te worden geraadpleegd.
Als het koppel, dat vermeend verzaakt heeft, toch overtuigt is dat niet
verzaakt is, mag het tegen straffen, en moet het zijn gelijk aantonen.
In deze situatie worden 162 punten en 200 strafpunten aan de gelijkhebbende
partij toegeschreven. Let op: Alleen de wedstrijdleider mag in deze situatie
beslissen. Als deze niet geïnformeerd is mag de ingediende uitslag geannuleerd
worden en is het aan de wedstrijdleiding een beslissing hieromtrent te nemen.
Alleen het koppel aan welk de gespeelde slag toe komt mag de slag opnemen en
en dekken. Zolang de slag zichtbaar is, al heeft de speler de slag nog open in de
hand, is herstel nog mogelijk onder toepassing van de strafkaart.
Wordt de slag niet gedekt door de speler die de strafkaart veroorzaakt heeft,
voordat hijzelf of zijn maat een kaart uitkomt voor de volgende slag, mag door
de wedstrijdleider op verzaken gestraft worden.
Let op: dit geldt allen voor het koppel wat de strafkaart veroorzaakt heeft.
In het algemeen wordt een kaart die te vroeg gespeeld wordt een strafkaart
Elk spel dient tot op de laatste kaart uitgespeeld te worden, ook als duidelijk is
dat de tegenpartij geen slag meer krijgt, of dat spel niet meer te winnen is.
Als hier niet aan voldaan wordt, kan de wedstrijdleiding een straf op leggen gelijk
aan verzaken.
Het wedstrijdreglement is opgemaakt om een ieder volgens vaste regels zonder
veel misverstanden het klaverjasspel te laten beleven, en niet om het plezier
aan het spel negatief te beïnvloeden. Het voornaamste is dat men het naar zijn
zin heeft en dat zo min mogelijk wanklank ontstaat en dat het element van een
wedstrijd behouden blijft.
Daarom zijn situaties denkbaar dat men het aan tafel eens wordt over een
spelsituatie, die geen interventie van de leiding vraagt, mits er geen kwade
bedoelingen uit voortvloeien die oneerlijk voordeel voor deelnemers veroorzaken.
Zit beurt: 1650 punten.
Niet aanwezig : 4250 pnt.
In de competitie worden de slechtse drie
partijen niet meegeteld.
Dit kunnen natuurlijk ook de weken zijn wanneer
u op vakantie bent.
Speelt u met een boekje dan ontvangt u per
partij 150 punten extra, dus in geval van
3 partijen met een boekje 450 punten.
De meest gebruikte seinmethodes
In willekeurige volgorde zijn dit de manieren
hoe mensen seinen:
Vraag aan je maat op welke manier hij seint, er zijn namelijk
diverse mogelijkheden.
Je maat gaat, komt echter niet met troef uit, maar met een
andere kleur: als hij met een aas komt van die andere kleur,
geeft hij aan geen boer van troef te hebben, als hij met een
kleintje komt heeft hij de boer wel.
Hij hoopt dat de slag voor jou is, en dat je daarna met troef
komt ( zo hoog mogelijk uitkomen liefst geen troef 9 )
Je maat gooit op een slag die voor jou is een aas van een
andere kleur (hij kan dan natuurlijk niet bijlopen en kan ook
niet troeven): dat betekent dat hij een lange kaart van die kleur
heeft waarvan zeker de 10, waarschijnlijk ook de heer.
De kans op een pit is nu groter.
Als jij de baas bent met troeven, speel dan al je troeven uit,
en kom daarna naar de kleur waarvan de maat de aas
heeft gegooid.
Je maat gooit op een slag die voor jou is een tien van een
andere kleur (zie vorige item: kan niet bijlopen en troeven): hij
geeft aan helemaal geen sterke kaart te hebben, niet van die
kleur en waarschijnlijk ook niet van een andere kleur.
Hij spekt met 10 punten.
Kom in ieder geval niet in die kleur terug later.
Omhoog seinen; ook hier weer op een slag van jou.
De maat gooit een andere kleur, de slag daarna nog een keer
dezelfde kleur maar een hogere (bijv. eerst een 7 en daarna
een 8): de maat laat zien dat hij in ieder geval de aas heeft van
deze kleur
Omlaag seinen: lijkt op de methode hierboven; je maat gooit
eerst een hogere en daarna een lagere; hij geeft aan geen
goede kaart van deze kleur te hebben
** Vuil afseinen: de eerste de beste keer dat je maat niet met
jou mee kan lopen gooit hij op een slag van jou een kleur. Hij
geeft aan die kleur juist NIET te willen. Er blijven nu nog maar 2
kleuren over die hij misschien wel wil (de laatste kleur is
namelijk troef).
De volgende slag gooit hij nog een kaart op, een andere kleur
dan hiervoor, en dan wil hij ook die kleur niet, nu blijft er maar
één kleur over waar hij waarschijnlijk één of meerdere slagen
van heeft.
**Vuil afseinen met tegenkleur: zelfde als hierboven, maar gaat
sneller. Stel: harten is troef. Als je maat (als hij niet bij kan
lopen) ruiten gooit wil hij ook ruiten. Als hij schoppen gooit wil
hij echter klaver. Als hij klaver gooit wil hij schoppen. Als de
troef een zwarte kleur is werkt het natuurlijk andersom.
Afseinen d.m.v. een plaatje te gooien: bij deze manier is het
gooien van een 7, 8 of 9 een manier om wel te seinen, je hebt
dan een goede kleur hiervan; een boer, vrouw of heer is een
manier om niet te seinen, je hebt hier een slechte kleur van
Beetgaan (nat) is voor de tegenpartij 162 punten + de
door beide partijen gemaakte roem.
Verzaken is 162 punten + 100 roem + de door beide
partijen gemaakte roem.
Puntentelling
Totaal 162 punten per partij te verdelen.
Exclusief eventueel behaalde roem.
De aannemer moet inclusief de roem minimaal
één punt meer hebben als de tegenpartij om door te zijn.